Friday, December 28, 2007

De veelzijdige kant van Kerst in Zuid Afrika

Het gezicht van Immanuel in Zuid Afrika en daarbuiten kent veel expressies. ‘God met ons’ is overal om je heen, als je het maar wilt zien.

Kerst in Zuid Afrika anno 2007
... is Sanbonani! Ofte wel ‘welkom allemaal’ (in Swazi). Mijn ouders zien in mijn aanwezigheid in Zuid-Afrika nog weer een kans om dit fantastisch mooie land te bezoeken. En daarmee ook een beetje mij in de watten te leggen. Kerst dit jaar is dus een (hopelijk) zonnige, aan de rand van het Paul Kruger Park. Met sterrennachten die we in Kaapstad niet kennen. Sinds ik in Zuid Afrika woon heb ik zoveel meer bewondering en respect voor de natuur en de schepping gekregen. Het is groots. En vaak adembenemend! Net zoals de komst van Immanuel.

Kerst in Zuid Afrika anno 2007
... vraagt misschien om meer kaarslicht dan ons lief is. De elektriciteitsvoorziening is namelijk onvoorspelbaar aan het worden. Door gebrekkige planning en het ontbreken van de juiste mensen met de juiste vaardigheden (braindrain!), kunnen de generatoren van Eskom, het nationale elektriciteitsbedrijf, de vraag om elektriciteit niet altijd aan. Als waarschuwing verschijnt deze dagen onder in je televisiebeeld daarom een balk met de tekst: “Elektriciteitsverbruik stijgt snel. Schakel alstublieft alle apparaten en lichten uit die u niet onmiddellijk nodig hebt”. Gelukkig is de belofte van Kerst wat minder ‘wiebelig’.

Kerst in Zuid Afrika anno 2007
... is een vriend die er onlangs achter kwam dat hij aids heeft opgelopen tijdens zijn werk in een ander Afrikaans land. Het is een ding om te horen over aids en de statistieken langs te zien komen. Het is een ander verhaal als iemand die dicht bij je staat, je dit vertelt. Als je hem ziet en hoort worstelen met niet alleen de bijwerkingen van de medicatie, maar ook met alle vragen die het oproept. Wonderlijk genoeg moet hij me eraan herinneren dat God ook hierin Aanwezig is. Immanuel ja, inderdaad.

Kerst in Zuid Afrika anno 2007
... is in mouwloos tshirt en korte broek in de rij staan bij supermarkt waar kerstliedjes door de luidsprekers schallen. Je een weg ploegen door overbevolkte winkelcentra. Of gestrand zijn in de file, terwijl het asfalt onder je wegsmelt van de hitte en boven je Josef, Maria en de ezel in de straat-kerstverlichting staan te knipperen. Kaapstad rekent dit jaar op 3 miljoen bezoekers rond de feestdagen. Dat is een verdubbeling van het aantal inwoners van de stad! Ik ben dus blij dat ik deze hectiek voor een dag of tien kan verlaten. Kerst hier roept wat dat betreft meer de gedachte op: ‘God sta ons bij’.

Kerst in Zuid Afrika anno 2007
... is overal aanplakbiljetten en banners met daarop aankondigingen van Christmas Carols, al dan niet vergezeld gaande van een picknick, en kerstmarkten. Dit jaar zal ik het missen, maar vier dagen voor Kerst vindt in de botanische tuin de jaarlijkse ‘Carols by Candlelight’ plaats – een evenement waarbij op een groot podium het kerstverhaal wordt uitgespeeld en tussendoor het publiek kerstliederen zingt. Als het donker wordt steekt iedereen zijn kaarsje aan wat zorgt voor een fantastisch effect. Vooral als je bedenkt dat er honderden mensen verspreid zitten op de helling van een heuvel. En ieder jaar horen honderden mensen weer even waar het echt om gaat. Want dat moet gezegd worden: het Evangelie wordt er die paar avonden in klare taal gebracht. En dat is: Immanuel. God kwam en wil nog steeds met ons zijn.

Kerst in Zuid Afrika anno 2007
...is twee vriendinnen die hebben besloten een paar dagen voor een weeskind te zorgen. Aangemoedigd door een andere vriendin, die zelf een kindje heeft geadopteerd uit het betreffende tehuis, openen ze hun kamer en hun leven rond Kerst een paar dagen voor een kind-zonder-familie. Dit is Immanuel-in-de-praktijk!

Kerst in Zuid Afrika anno 2007
... is een verdeelde regeringspartij en 3 miljoen Zimbabwanen op ‘bezoek’. Het ANC maakt de overgang van vrijheidsbeweging naar regeringspartij. En dat gaat niet zonder schokken of stoten. Ondertussen passeren dagelijks duizenden Zimbabwanen illegaal de grens omdat ze het in hun eigen land niet meer uit kunnen houden. Zimbabwe gaat al jaren gebukt onder dictatorschap van Robert Mugabe, ooit zelf een ‘vrijheidstrijder’, en er lijkt vooralsnog geen einde aan te komen. Immanuel, ‘God met ons’, is hier vooral een spreken in geloof. Hoewel wie spreekt met mensen in Zimbabwe zelf, kan verhalen horen over hoe God ook op de meest duistere plaatsen voor zijn mensen zorgt.

Kerst in Zuid Afrika anno 2007
... is al dan niet een kerkdienst. Kerst lijkt in Kaapstad minder om kerkdiensten te draaien dan in Nederland. Sommige kerken zijn wel heel actief en organiseren van alles. Andere kerken besteden aandacht aan de kerstgedachte gewoon op de zondag ervoor. Misschien heeft het ook te maken met het feit dat we hier in deze tijd de zomervakanties hebben. Veel mensen zijn dus weg of gaan weg. Maar gelukkig heeft Immanuel niet zoveel te maken met een kerkgebouw of een dienst, als wel met ons hart en onze relatie met God en met elkaar.

Sunday, December 16, 2007

ANC in crisis over verkiezing partijleider

Het ANC, de regeringspartij van Zuid-Afrika, beraadt zich op wie de nieuwe partijleider wordt. Het vijfdaagse congres van het ANC begon gisteren in diepe verdeeldheid.

De inzet van het ANC-partijcongres is hoog, want de nieuwe ANC-leider volgt mogelijk in Thabo Mbeki's voetstappen als president van Zuid-Afrika in 2009. Mede daardoor is er de afgelopen maanden een leiderschapsstrijd losgebarsten tussen aanhangers van Mbeki en zijn rivaal Jacob Zuma. De crisis zou het einde van het ANC als vrijheidsbeweging kunnen betekenen of het begin kunnen zijn van echte democratie in Zuid-Afrika.

Het ANC heeft eerder strijd gekend tussen en onder leiders, maar nooit zo fel als nu. Dat erkent zelfs Winnie Mandela, Nelson Mandela's ex-vrouw en voormalig leidster van de vrouwenliga van de partij. Hoe bezorgd ze is, werd duidelijk uit het feit dat ze de afgelopen dagen bij zowel Mbeki als Zuma op bezoek is geweest om te zien hoe een dreigende crisis kan worden afgewend. De voormalige Zuid-Afrikaanse aartsbisschop Desmond Tutu heeft het ANC opgeroepen Jacob Zuma niet te kiezen tot nieuwe leider. ,,De meeste mensen schamen zich voor Zuma'', zei hij zaterdag tegen de BBC.

Duidelijk is dat Thabo Mbeki (65) in 2009, na twee ambtstermijnen, het presidentschap van Zuid-Afrika moet neerleggen. Maar hij kan wel gaan voor een derde termijn als leider van het ANC. Die positie zou hem in staat stellen om feitelijk invloed uit te oefenen op wie dan ook maar de volgende president van het land gaat worden.

Een op de drie Zuid-Afrikanen vindt echter dat Mbeki gewoon, zoals een goed leider betaamt, plaats moet maken voor anderen. Sari Kadi, een vrijwilliger die aidspatiënten helpt en in een arme township van Soweto woont, is een van hen. Ze wil een beter leven En daarom moet Jacob Zuma de nieuwe president van Zuid-Afrika worden. ,,Het heeft niets met president Mbeki te maken'', zegt de 51-jarige. ,,Maar we hebben verandering nodig en hij moet anderen een kans geven.''

Jacob Zuma (65) is de enige andere kandidaat. In tegenstelling tot de gestudeerde en wat afstandelijke Mbeki, is Zuma een selfmade man en een populist. Tijdens het apartheidsbewind was hij zeer actief in de vrijheidsbeweging. Hij zat met onder meer Mandela tien jaar gevangen op Robbeneiland. Hij is van 'eenvoudige komaf' wat hij graag benadrukt en wat hem veel krediet bezorgt bij vooral dat deel van de Zuid-Afrikaanse bevolking dat sinds de afschaffing van apartheid in 1994 nog steeds in armoede leeft. Een van de kritiekpunten op Mbeki is dat hij met zijn macro-economisch beleid te veel gericht zou zijn op het bedrijfsleven en te weinig op de 'gewone man'. Zuma kan dan ook rekenen op de steun van Cosatu, de grootste vakbond in Zuid-Afrika, alsmede de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij. Ook de jongerenafdeling en de invloedrijke vrouwenliga van het ANC staan achter Zuma.

Lees verder: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=105465

Saturday, December 15, 2007

De gekwetste gevoelens van een Afrikaner

Voor Bok van Blerk (29) was 2007 misschien wel het jaar waarin hij ineens echt groot werd. Zowel in naam, want hij was opeens een bekend Zuidafrikaans zanger, als in zijn begrip van het land waarin hij is grootgebracht. Een land waarin een naam als ‘Koos de la Rey’ allesbehalve geschiedenis bleek te zijn.

“De regenboog blues van De la Rey” en “Lied maakt gekwetste trots van Afrikaners wakker”. Kranten en tijdschriften binnen en buiten Zuid-Afrika hielden zich dit voorjaar massaal bezig met het fenomeen ‘De la Rey’. Het was nadat Bok van Blerk, alias Louis Pepler, zijn eerste cd had uitgebracht en het nummer ‘De la Rey’ op single had uitgebracht. Het lied gaat over Afrikaanse generaal Koos de la Rey, een van de generaals uit de Tweede Boerenoorlog (1899 - 1902), die bekend werd om zijn moed en zijn strategisch inzicht, en wordt gezien als een van de leidende figuren in de strijd van ‘die boere’ voor onafhankelijkheid. Het uitbrengen van het lied bleek ‘onderbuikgevoelens’ naar boven te halen met een kracht waardoor ook de zanger zelf werd verrast.

Het begon eigenlijk allemaal toen Van Blerk, een ‘jongen van de Karoovlakte’, en zijn creatieve partners voor de eerste cd een lied wilden maken over de geschiedenis van de Afrikaner. Eerder al hadden ze het nummer ‘jy praat nog steeds my taal’ geschreven, over een verbroken relatie waarbij de man er na een tijd achter komt dat hij en zijn ex-vriendin nog steeds dezelfde taal spreken. “Schavend aan die tekst, veranderden we het in een lied over dat je trots mag zijn op wie je bent”, zegt Bok. “We zijn namelijk moe van de schuldgevoelens, om constant te moeten horen dat we fout zaten. We willen daar niet mee opgroeien. Zet dat nu eindelijk eens een keer van je af, en laten we doorgaan. Dat is wat we willen zeggen.”
Het zijn overigens niet alleen de ‘schuldgevoelens’ die deze generatie parten spelen, luisterend naar Bok: “Engelssprekende blanke Afrikanen kijken op ons neer. Op onze taal. Maar dit is wie en wat ik ben. Dit is de taal die ik spreek en ik ben het zat dat mensen er neerbuigend over doen.”

9/11-ervaring
Bok zegt dat het lied ‘De la Rey’ dat eerder dit jaar uitkwam, die gevoelens oprakelde in de hele breedte van de Afrikaanse gemeenschap: “Het veranderde iets. Het bracht iets naar boven, een begrip van je niet te hoeven schamen voor wie je bent.” Sommigen, zoals een professor aan de Universiteit van Stellenbosch, beschreven het zelfs als een 9/11-ervaring die “precies op tijd kwam”.
Wat echter nooit de bedoeling van Bok en zijn band was, was om een lied te schrijven dat ‘onderbuikgevoelens’ naar boven zou halen: “Ik wilde een verhaal vertellen, een kort stukje geschiedenis ophalen. De la Rey kwam naar boven omdat hij een krachtig, oprecht, gerespecteerd mens was die vocht voor de goede dingen. We wilden zover terug gaan, om de boodschap over te brengen dat je trots mag zijn op je wortels, op waar je vandaan komt.”
“Het is belangrijk dat je weet waar je vandaan komt, het is als het ware je ruggengraat in het leven. Want alleen als je weet waar je vandaan komt, kun je weten waar je naar op weg bent.”

Desalniettemin, toen ‘De la Rey’ de hitlijsten binnendenderde en het Afrikaanse publiek met storm veroverde, leek het hele land over hem heen te vallen, zowel zwart als blank. Niet alleen was er support, maar van hoog tot laag, van ministers tot de man in de straat, leken de Zuidafrikanen hun vooronderstellingen te hebben en waren allesbehalve terughoudend in het uitspreken ervan. Krantenkolommen vulden zich met discussies over vragen als: Is Bok een racist? Zet het lied aan tot racisme? Is dit de stille roep van de Afrikaners om een sterke man die opnieuw het heft in handen neemt in Zuid-Afrika? Is het lied illustratief voor de Afrikaanse-man-in-identiteitscrisis? En tijdens sommige van Bok’s concerten werden tot zijn eigen afschuw zelfs oude Zuidafrikaanse vlaggen weer van stal gehaald, en rechts-nationalisme liet van zich horen. En in gezinnen ontspon zich de discussie of het lied nu wel of niet geschikt was voor kinderen. Een 9-jarig meisje dat Bok van Blerk herkent tijdens het interview, zegt later: “Ik vind ‘De la Rey’ erg mooi want het klinkt zo goed. Maar een vriendinnetje van mij mag er van haar ouders niet naar luisteren”.

Warmbad of Belabela?
Bok van Blerk groeide op in Pretoria en zegt dat er tijdens zijn jeugd niet zozeer een taal- of cultuurkwestie was. Je was gewoon Afrikaans en dat sprak je. “Maar”, zo onderkent hij “op het moment dat dat onder druk komt te staan, heb je de neiging om eraan vast te gaan houden. Om ervoor op de bres te gaan staan.”
Hij wijst erop dat Zuid Afrika met alle verschillende talen en culturen zichzelf een regenboognatie noemt. In die regenboog vormen de Afrikaners en het Afrikaans een van de kleuren, “en we willen dan ook graag als dusdanig behandeld worden, met dezelfde rechten en privileges als alle andere kleuren. Bepaalde besluiten die vandaag de dag worden genomen geven je echter het gevoel dat ‘zij’ (het ANC, MB) je willen laten boeten voor wat je in het verleden hebt gedaan. Denk aan initiatieven als ‘regstellende aksie’. Voor veel van mijn vrienden is het vandaag de dag bijna onmogelijk een baan te vinden. En dan is er de kwestie van veranderen van namen van straten, steden en vliegvelden. Ik sta er helemaal achter om namen die herinneren aan het apartheidsverleden, te veranderen. Maar wat je nu ziet is dat ze namen van plaatsen veranderen die voor de Afrikaners van heel veel betekenis zijn en niet om verandering vragen. Waarom zou je Warmbad opeens Belabela moeten gaan noemen? En Potchefstroom... Het is erg Afrikaans en er is geen politiek verband met het apartheidsverleden. Maar toch, de naam moet worden veranderd.”
Hij noemt ook de discussie rond het Zuidafrikaanse rugby team dat kort geleden de wereldbeker won. Nagenieten van de sportieve topprestatie was er niet bij, want al snel werd de overwinning een politieke discussie met opmerkingen dat het team te blank is en geen afspiegeling vormt van het hedendaagse Zuid Afrika. Voor Bok is het nog weer een signaal. “Let maar op”, zegt hij “nu is rugby aan de beurt. Iets wat heel dicht bij ons hart ligt, zo’n deel van de Afrikaanse cultuur is. Het team in 2010 zal voor merendeel zwart zijn, met een zwarte coach.”

Maar hij realiseert zich dat hij in een positie is geplaatst waarbij hij Zuid Afrika kan helpen om weer trots te zijn op wie en wat ze is: “Dat is de boodschap die ik uit de grond van mijn hart wil doorgeven. En ik zou heel erg graag iets willen doen voor met name het Afrikaner deel van de bevolking. Ik ben trots op wie ik ben en daar wilde ik iets mee doen. Het feit dat dit album de opeen na beste verkochte album ooit in Zuid Afrika is, bewijst dat het een snaar raakt. Maar ik wil muziek maken, en geen onrust creëren.”

Saturday, December 8, 2007

EU-Afrika summit: Twee kansen om goed te doen

Het is maar een smal strookje water dat de continenten Afrika en Europa van elkaar scheidt. Maar ondanks dat blijkt het lastig bruggenslaan. Dit weekend zijn ze er echter dan toch (bijna allemaal): Afrika's en Europa's politieke leiders, in Lissabon. Om te praten over versterking van de relatie. Maar wat iedere marriage counsellor ze kan vertellen is dit: Dat het wezenlijk is om orde op zaken te stellen in eigen huis, en dat vertrouwen soms verdiend moet worden.

Afrika mag zich dan meer georganiseerd hebben in de afgelopen jaren, met initiatieven als een Afrikaanse Unie en verschillende regionale samenwerkingsverbanden, het continent is nog nooit zo arm geweest als nu. En dat ondanks de miljarden hulpdollars en -euro's die er de afgelopen decennia in gepompt zijn. Professor George Ayittey, Ghanees econoom en bekend criticaster van zijn eigen continent, spreekt cynisch over Afrika als 'lekkende bedelkom'. En hij heeft het dan vooral voorzien op de heersende elite, die hij vergelijkt met een groep nijlpaarden: lui en niet in beweging te krijgen. En grotendeels verantwoordelijk voor de huidige staat van het continent.

Hoopvol
Verschillende Afrikaanse leiders, zoals voormalig president Olusegun Obasanjo van Nigeria, legden zelf al eerder de vinger op de zere plek. Ze onderkennen corruptie als een van de voornaamste oorzaken van Afrika's moeite. Dat is een hoopvolle ontwikkeling. Want uit een rapport van de Afrikaanse Unie (Augustus 2004) blijkt dat Afrika jaarlijks ongeveer 148 miljard dollar verliest door corruptie. Dat staat gelijk aan 25 procent van de som van geproduceerde goederen en diensten (bnp) van het continent. Daarbij vergeleken blijft er weinig over van de voorgestelde 'donatie' van de voormalige Britse premier Blair van 50 miljard per jaar.

Een betere toekomst voor Afrika ligt daarom in het daadwerkelijk aanpakken van onder meer de corruptie. Dat is niet alleen het benadrukken van transparantie en het vervolgen van de bad guys . Maar vooral ook het (terug)brengen van principes als rechtvaardigheid, sociale verantwoordelijkheid en rentmeesterschap in opleidingen waar de nieuwe generatie leiders wordt getraind en gevormd.

Poldermodel
Want wie in de geschiedenis van Afrika duikt, zal ontdekken dat het continent tot de komst van de kolonisten eigen democratische stelsels kende. Chiefs en koningen werden democratisch gekozen of aangewezen. Het poldermodel kenden zij lang voordat Nederland er goede sier mee maakte. En tijdens hun regeringsperiode werden leiders omringd door groepen van adviseurs, een systeem van checks and balances , waarbij ze hadden heel weinig ruimte hadden om zichzelf ten koste van de groep te verrijken.

Lees verder op: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=105053

Monday, December 3, 2007

Vakbond luidt bel over prioriteiten in mijnen in Zuid Afrika


De Nationale Unie van Mijnwerkers in Zuid Afrika heeft er genoeg van. Met het verhaal van de 3000 ondergronds ingesloten mijnwerkers nog vers in het geheugen, zijn er in de afgelopen week weer mijnwerkers omgekomen door bedrijfsongevallen. Tijd om aan de bel te trekken en daarom wordt vandaag in het hele land het werk stilgelegd om aandacht te vragen voor de veiligheid.
Economische belangen blijken zowel voor werkgevers als werknemers zwaar te wegen; soms zwaarder dan een mensenleven. “Niemand wil doodgaan of een ledemaat verliezen, maar tegelijkertijd moeten we in de pas blijven lopen met econonische ontwikkelingen zoals de stijgende rente en inflatie.”

Wie van Johannesburg zuidwaarts rijdt in de richting van de Free State, ziet her en der de mijnen liggen. De hoge torens met daarnaast enorme bergen van zand en gesteente getuigen van bedrijvigheid. Maar mensen zie je nergens. Die zitten voornamelijk twee tot drie kilometer onder de grond. Het is een raar idee om over wegen te rijden wetend dat op dat moment duizenden mensen zich een paar kilometer onder je bevinden.

In Zuid Afrika’s goudmijnen werken zo’n 200.000 mensen. Dat zijn er heel wat minder dan tien jaar geleden. Toen waren het er nog zo’n 750.000. Maar door economische omstandigheden als de situatie op de wereldmarkt en het uitgeput raken van de grond, was er bij Zuidafrika’s mijngiganten als Anglo Gold minder werk voor minder mensen.
Het merendeel van Anglo Gold’s werknemers woont en werkt vandaag de dag in Vaal Reef, een gebied op zo’n anderhalf uur rijden afstand van Johannesburg. De oudste mijn hier, Itereleng, biedt werk aan zo’n 1000 mensen. De toegangspoort heeft aan weerzijden kleine daken van stro en doet denken aan de toegang tot een pretpark. Maar niets is minder waar. Itereleng en de overige Anglo Gold mijnen in het gebied hebben volgens een medewerker alleen al in de eerste vier maanden van dit jaar 27 mensen het leven gekost. Vallend gesteente is een van de hoofdoorzaken, maar ook slecht gestutte mijnschachten en opnieuw boren op plaatsen die eerder als ‘onveilig’ zijn aangeduid zonder eerst geologisch onderzoek te laten doen, zijn deel van het probleem.

Zie ook: "In de mijnen van Vaal Reef wil niemand sterven" (http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=104811)

Saturday, November 17, 2007

“De boer in mij zit nog steeds gevangen”


In het BBC-programma ‘Hard Talk’ spaarde de interviewer Roy Bennett niet. De studio in Johannesburg was al snel te klein voor de Zimbabwaanse politicus. Net zoals zijn pak-met-stropdas overigens. Wie Roy Bennett (50) tegenkomt, ontmoet een markant man. ,,Ik ben een boer. Een man van de grond. En geen politicus. Maar als ik het over zou moeten doen, zou ik weer dezelfde keuze maken.’’

Hij komt me met een glimlach in zijn blauwe ogen tegemoet. Maar zijn gezicht is strak. Later bekent hij dat hij niet echt zijn dag heeft. In Zimbabwe is het leven van een oppositielid – Bennett is een blanke politicus van de Beweging voor Democratische Verandering (MDC) – verre van gemakkelijk. En dan maakt het niet uit of je in of buiten het land woont. Dagelijks is hij in contact met zijn collega’s en bereiken hem berichten van mishandeling, onderdrukking, tegenwerking of politieke maatregelen van het regime-Mugabe die het land verder de afgrond in helpen. Nog diezelfde middag komt het bericht binnen dat vijftien MDCaanhangers zijn gearresteerd, terwijl ze een bijeenkomst hadden in het huis van een van de leden. Negen van hen werden later vrijgelaten, maar zes zijn door een speciale politie-eenheid naar een onbekende bestemming afgevoerd. De kans is groot dat ze daar gemarteld worden, vreest de oppositiepartij.

Dwangarbeid

Het Mugaberegime doet er alles aan om de oppositie de mond te snoeren. Bennett ondervond dat aan den lijve toen hij in oktober 2004 veroordeeld werd tot een jaar gevangenisstraf met dwangarbeid. Toen minister van Justitie, Patrick Chinamasa, hem in het parlement uitschold en zijn voorouders voor ‘dieven en moordenaars’ uitmaakte, knapte er iets bij Bennett. Hij werkte de minister ter plekke eigenhandig tegen de grond.

Over zijn acht maanden in de gevangenis is Roy Bennett kort: ,,Het was geen aangename tijd, maar ze hebben me niet heel grof mishandeld.’’ Iets uitvoeriger was zijn commentaar direct na zijn vrijlating. ,,De onmenselijkheid waarmee de gevangenen worden behandeld; het gebrek aan middelen of toegang tot iedere vorm van recht, gecombineerd met het vuil en de stank van iedere dag, is iets wat ik nooit zal vergeten. En ik zal niet rusten totdat hun omstandigheden zijn verbeterd.’’

Na zijn vervroegde vrijlating in 2005 vluchtte Bennett met zijn gezin naar Zuid-Afrika waar hij politiek asiel aanvroeg. Na een eerste afwijzing ontving hij in mei dit jaar een verblijfsvergunning. Nu woont hij in een huismet-een-tuin in een van de woonwijken rond Johannesburg. Een plek die niet te vergelijken is met de boerderij waar hij opgroeide op het platteland van Zimbabwe, of met zijn laatste boerderij en koffieplantage Charleswood in het Chimanimani-district. Roy Bennett mag dan uit de gevangenis zijn, de boer in hem zit nog steeds gevangen.

Lees verder: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&vorigDocument=nd_zoekresultaten&id=103739

Wednesday, November 14, 2007

Als succes je achtertuin binnenwandelt...


Je kunt het waarschijnlijk niet zien, maar het aanplakbiljet in de foto heeft de veelzeggende kop 'Success becomes a curse!'. Ik kwam het vanmiddag tegen op weg door Soweto. Op de voorgrond zie je een verzameling krotten met daarachter het nieuwe voetbalstadion Orlando in aanbouw. Het is een plaatje waar je rond de keukentafel nog heel lang over door kunt praten.

Juist deze week verschenen de resultaten van een onderzoek naar de stand van zaken rond leven in Zuid-Afrika. Behalve positieve feiten zoals toename van het aantal huizen en ook de toegang tot elektriciteit en stromend water, was het schokkend te horen dat het aantal mensen dat leeft in armoede sinds kort na het einde van apartheid, meer dan verdubbeld is. Of wat specifieker: Het aantal mensen dat moet rondkomen van minder dan 1 dollar per dag is toegenomen van 1,9 miljoen (1996) tot 4,2 miljoen (2005).

Een dag later vond ik een bericht, geschreven door een ex-topman van het ANC, waarin hij alle voordelen van het leven in Zuid-Afrika eens op een rijtje zette. Een van de grote punten van vooruitgang noemt hij de inkomsten die Zuid-Afrika nu al krijgt uit het organiseren van de Wereldkampioenschappen voetbal: niet alleen geld, maar ook duizenden nieuwe banen.

En dan zijn er de berichten die bijna dagelijks in de krant staan over (ex)ministers, ambtenaren en zakenlieden die betrapt zijn op fraude en corruptie. Succes kan inderdaad een vloek worden. Het zijn maar weinigen die de last kunnen dragen zonder eronder te bezwijken.

Op dit moment hoop ik maar eenvoudig dat de mensen in die krotjes een baan en inkomsten hebben gevonden in dat enorme voetbalstadion dat in hun achtertuin verrijst. Dan krijgen ze nog iets terug voor de horizonvervuiling die plaatsvindt.

Tuesday, November 13, 2007

Gelukzoekers


Je realiseert het je niet als je de stad ziet liggen, maar Johannesburg is maar ruim honderd jaar oud. Toen aan het einde van de 19e eeuw goud werd ontdekt, werd de plaats waar tot dan toe slechts een paar kleine boeren woonden, een trekpleister voor goudzoekers. De zoekers van geluk. Van de toekomst.

Vandaag de dag wordt de stad voor een groot deel bevolkt door hun (achter) kleinkinderen. De kinderen van gelukzoekers afkomstig uit Ierland, Griekenland, Engeland, maar ook uit omliggende landen als Mozambiek en uit Zuid-Afrika zelf.

In het apartheidmuseum maak je kennis met ze. Zoals met Mthuthulezi Macasa (zie foto hiernaast, op de rug gekeken), zoon van Panti en kleinzoon van Abraham. Abraham verliet zijn clan in de Oostkaap in 1921 op zoek naar geluk in de goudmijnen van Johannesburg. Panti werd geboren in Sophia Town maar leefde het grootste deel van zijn leven in Soweto. Hij ging naar de eerste middelbare school in Soweto. Na zijn schooltijd werd hij politie-agent en was belast met het controleren van mensen op het al dan niet met zich meedragen van hun pas. Het was een baan die hij haatte. In 1961 werd hij verantwoordelijk voor de recreatie en sport op het Orlando East Recreation Centre. Panti werkte hier voor 40 jaar en zag latere beroemdheden langskomen zoals Nelson Mandela. Hij overleed echter in 2001, slachtoffer van een gewelddadige overval. Mthuthulezi woont nog bij zijn moeder Patience.

JOZI


Als ik vrijdagmiddag van het vliegveld over de laatste heuvel rijd, ligt voor me de sky line van Johannesburg. En ik kan een gevoel van enthousiasme niet onderdrukken. Het verbaast me, want tot dusver stond de naam Johannesburg toch gelijk aan een stad van geweld en criminaliteit; een plek waar je liever vandaag dan morgen weer uit vertrekt? Vanwaar dan toch even dat vonkje van binnen wat ik zo duidelijk voel?
In de loop van de dagen wordt het duidelijk: Johannesburg, of 'Jozi' zoals haar inwoners haar liefkozend noemen, is een stad van leven. De stad ademt energie, dynamiek, avontuur, actie, bedrijvigheid.

Johannesburg, Egoli, Stad van Goud, Jozi... tot dusver is ze goed voor me geweest. Ja, ze verwart me met haar uitgebreide wegennetwerk dat als een kluwen grote lange linten door en om de stad heen ligt. Ze jaagt me angst aan vanwege het onbekende. Tegelijkertijd omarmt ze me met behulp van de warme Afrikaanse zon en zegt: Kom, leef!

Monday, November 12, 2007

Mugabe-afvalligen starten nieuwe partij


HARARE/JOHANNESBURG - In de aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar, heeft Zimbabwe er een nieuwe politieke partij bij. De Zimbabwaanse krant Zim Daily meldde gisteren dat voormalige aanhangers van de huidige president Robert Mugabe hiertoe het initiatief hebben genomen. Ook leden van de oppositiepartij MDC zouden aan boord willen komen .

De nieuwe partij wordt geleid door Simba Makoni, lid van het politbureau van de huidige regeringspartij ZANU-PF. Hij krijgt support van ondermeer Mugabe’s voormalige generaal Salomon Mujuru.

Het is sinds lang bekend dat er onrust is binnen de regeringspartij ZANU-PF. Een groeiend aantal leiders is het oneens met het beleid van Mugabe. En het besluit van het centrale comité van de partij in oktober dat er naast Mugabe geen ruimte is voor andere kandidaten om leiderschap van de partij over te nemen, heeft wellicht de vorming van de nieuwe partij versneld.

Machtstrijd

Het is overigens niet alleen ZANU-PF die gebukt gaat onder onenigheid binnen de familie. Ook de MDC haalde de afgelopen weken het nieuws met berichten over een machtsstrijd binnen de partij, Vooral het ingrijpen van partijleider Morgan Tsangvirai rond de verkiezing van een nieuwe voorzitster van de Vrouwenliga van de partij, stuitte op verzet. En nu lijkt het er dan op dat hij zich moet gaan voorbereiden op het feit dat een aantal van zijn partijgenoten de overstap naar de nieuwe partij zullen maken. Volgens de krant Zim Daily zijn er gesprekken geweest tussen rebellerende ZANU-PF-leden en MDC-kopstukken over de vorming van een nieuwe partij.

Roy Bennett, de penningmeester van de MDC en in ballingschap in Zuid-Afrika, is niet verrast door de komst van de ‘derde beweging’: “Ter elfder ure komen de redders bovendrijven. Waar waren zij in de afgelopen zeven jaar terwijl wij in de loopgraven lagen? Maar ik wens ze het allerbeste. Ik blijf zelf de zaak van de MDC en de mensen van Zimbabwe toegewijd.” Hij vindt dat de MDC consequent is geweest in het zoeken naar een oplossing voor de crisis in het land: “Wij hebben onderwerpen aangekaart en boven tafel gekregen. Zelfs zo dat een tegenstribbelende ZANU-PF wel aan de onderhandelingstafel plaats moest nemen. De enige weg naar het vinden van een structurele oplossing is die van praten en onderhandelen.”

Nieuwe speler

Uit eerder gehouden en nieuw opinieonderzoek blijkt dat Simba Makoni, na oppositieleider Tsangvirai, serieuze competitie betekent voor Mugabe. Makoni is een man van het eerste uur en was staatssecretaris van Landbouw in de eerste regering na de onafhankelijkheid in 1980. Later was hij minister van Energie, Jeugd en Financiën maar werd door Mugabe ontslagen. Sindsdien heeft hij zich op de achtergrond gehouden. Zijn laatste baan was als secretaries bij de SADC, een samenwerkingsverband tussen de zuidelijke staten van Afrika. Een functie die volgens hem vroeg om “een fijne balans tussen (het hebben van) hoogstaande principes en pragmatisme”.

De 57-jarige politicus ligt echter goed bij het gematigde deel van ZANU-PF. En hoewel hij volgens berichten niet zo gerespecteerd is bij de legerleiding, zal hij zijn voordeel kunnen doen met de ondersteuning van ex-generaal Mujuru.

Ondertussen gaan de gesprekken tussen de regerings- en oppositiepartij onder toeziend oog van Zuidafrika’s president Thabo Mbeki naar verluid de laatste rondes in. Of de komst van een nieuwe speler in het politieke veld hierop invloed heeft en - zo ja - welke invloed, zal nog moeten blijken.

[foto: Simba Makoni haalt Mugabe rechts in]

Zie ook: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=103466

En: http://www.afrikanieuws.nl/site/list_messages/12883

Friday, November 9, 2007

Open deuren in gevangenis Johannesburg


In een tijd dat de gevangenissen in Zuid-Afrika het nieuws halen vanwege de slechte staat van de gezondheidszorg en het justitiële apparaat als geheel op meerdere fronten blijkt te falen, maken Martin en Anita de Bruijn bijna dagelijks een gang naar de gevangenis in Johannesburg. In de afgelopen drie jaar is het Nederlandse stel ‘vader en moeder’ geworden van bijna 400 langgestraften.

Het is het verhaal van Handelingen, zegt een vriend tegen me de eerste keer dat hij me over Martin en Anita en hun werk in de gevangenis in Johannesburg, vertelt.

Gevangenisdeuren die opengaan. Ik moet eraan denken als we donderdagmorgen rond 09.00 uur naar het metershoge zwaar bedraade en bewaakte hek lopen dat toegang geeft tot de sectie waar de ‘zware jongens’ zitten. We gaan door een draaihek, en nog een draaihek. En dan zijn er alleen nog maar lichtgele muren, grijze vloeren, tl-lichten en jongens en mannen in oranje of grijze pakjes.

Ik krijg weinig tijd om me claustrofobisch te gaan voelen. Nog voordat we een leslokaal induiken waar zo’n 50 jongens en mannen op ons zitten te wachten, krijg ik al een ferme handdruk en een brede glimlach van twee jongens: Lucky man en Lungile. Het zijn namen van jongens die ‘symbool’ staan voor het levensveranderende werk van Martin en Anita zo blijkt later.

Martin (41) en Anita (42) de Bruijn kwamen in maart 2005 naar Johannesburg om een aantal jaren van hun leven te dienen, zo zeggen ze zelf. Ze starten werk in de gevangenis en schreven programma’s die de aard hebben van rehabilitatieprogramma’s, maar met een sterk fundament van normen en waarden. Zo kunnen de jongens onder meer inschrijven voor trainingen in sociale vaardigheden, een cursus naar aanleiding van de tien geboden en een expressie cursus.

Terwijl ik vanmorgen mijn ogen laat dwalen over de donkerbruine en zwarte hoofden in de banken voor me, lijken ze onschuldig en lichtelijk naief. Maar ze verrassen met hun scherpe en diepe vragen, hun opmerkingen en hun kennis van de Bijbel. Dit zijn de langgestraften van Johannesburg Maximum Gevangenis? Het is moeilijk voor te stellen.

Martin helpt me snel uit de droom en vertelt me later dat dit wel een selectie is. Momenteel hebben ze ‘slechts’ 123 van de 700 ‘zware jongens’ in hun training; jongens die hebben aangegeven te willen leren en veranderen. “Er zitten daar ook jongens in de cel die helemaal niet willen veranderen, hard-core criminelen”, zegt Martin. Maar goed, het is wel een vonkje van hoop in een omgeving die verder rustig als ‘hel’ aangeduid kan worden. Een plek waar een mens zonder God in geen geval beter uit kan komen.

Aan het einde van de ochtend, zetten de jongens een lied in.

“Father, father...”

Jongens die waarschijnlijk nooit een vader gekend hebben.

“Baie dankie...”

En dat vanuit een gevangeniscel

En er gaan inderdaad deuren open: “Jullie liefde voor ons heeft veel deuren voor ons opengezet”, vat een van de zware jongens het samen. “We hebben dingen geleerd die we niet wisten. Er is weer hoop.”

Wednesday, October 31, 2007

“Geld niet oplossing van leiderschapscrisis in Afrika”


De Ghanese econoom George Ayittey betwijfelt of de Mo Ibrahim prijs die Mozambiek’s ex-president Jaoquim Chissano vorige week ontving voor ‘bewezen excellent leiderschap', echt zoden aan de dijk zal zetten. Wordt Afrika over tien jaar beter geregeerd? De prijs biedt geen oplossing, maar richt slechts een schijnwerper op een van Afrika’s voornaamste problemen, namelijk leiders die weigeren macht uit handen te geven, zegt hij.

De econoom annex professor aan de American University in Washington, is een bekend schrijver en criticus van zijn eigen continent. In een boek als ‘Africa Betrayed’ (1991) beschrijft hij hoe Afrika’s leiders zelf hun continent en mensen hebben gefaald: “Africa needs an unwavering scrutiny of its elites and leaders. Concealing or making excuses for their shortcomings aggravates the plight of the victims of tyranny.” (p. xix)

Over waarom Chissano ‘de beste van de slechtste’ was.

Hoewel Chissano de prijs juist kreeg omdat hij ondermeer het presidentschap na twee termijnen vrijwillig neerlegde, zou Ayittey hem niet beloond hebben met een prijs van 3,5 miljoen euro:

Chissano vervolgde het falende politieke Marxistische beleid van zijn voorganger Samora Machel - staatseigendom en controle, heropvoedingskampen enzovoort – dat letterlijk Mozambiek’s economie vernietigde. Natuurlijk was er een burgeroorlog gaande en onder de vlag van de Koude Oorlog, kun je de ene partij niet zonder de andere veroordelen. Maar als leider deed Chissano niet erg zijn best om een ‘Afrikaanse oplossing’ te vinden voor het conflict. Hij was eigenwijs en geloofde dat hij een militaire overwinning kon bereiken. Chissano begon pas wat flexibiliteit te tonen nadat zijn voornaamste patroon, de voormalige Sovjet Unie, in elkaar stortte. Als democratie goed is voor Mozambiek, waarom introduceerde hij het niet in de jaren ’80? In mijn opinie was Chissano deels verantwoordelijk voor de vernietiging van Mozambiek’s economie. En je kunt geen beloning geven aan een leider die verantwoordelijkheid draagt voor zoveel destructie en doden. Natuurlijk zegt Chissano, zoals zoveel ex-leiders in Afrika, dat hij veranderd is. En dat dankzij ‘transcedente meditatie’. Maar goed, gezien de korte lijst van nominaties voor deze prijs, was hij zeker de winnaar."

Over waarom Afrika’s leiders de macht niet uit handen zullen geven.

De Ghanese econoom en schrijver denkt dat een geldprijs Afrika’s leiders niet direct zal inspireren tot goed leiderschap. In tegendeel: Velen van hen zullen een prijs van vijf miljoen dollar als een belediging ervaren van hun reeds vergaarde fortuin. En dan is er nog de waslijst van misdaden, en hun angst dat die aan het licht zullen komen als ze de macht eenmaal uit handen geven:

“Robert Mugabe in Zimbabwe bijvoorbeeld, heeft meer dan 100 miljoen dollar weggestopt bij banken in Maleisië. Een aanbod van een paar miljoen om af te treden, brengt hem echt niet in beweging. Zelfs niet met een bulldozer.

“Volgens een rapport van de Afrikaanse Unie (AU) uit 2004 verliest Afrika jaarlijks een bedrag van 148 miljard door corrupte praktijken. Dit is ongeveer 25 procent van het Bruto Nationaal Product van het continent. En Nigeria’s voormalig president Olusegun Obasanjo wist eerder te melden dat corrupte Afrikaanse leiders minstens 140 miljard dollars van hun mensen hebben gestolen in de periode na de onafhankelijkheid.

"Dus of zo'n prijs Afrika’s leiders zal verleiden om af te treden, daar kun je alleen maar naar raden. Sommige van deze leiders zullen nooit uit zichzelf plaatsmaken, hoe groot de prijs ook is, want ze weten dat ze misdaden hebben began. Hun handen druipen van het bloed en hun zakken zijn gevuld met wat ze hebben buitgemaakt. Ze zijn bang dat, als ze eenmaal aftreden, al hun gruwelijke misdaden aan het licht zullen komen en ze ervoor terecht zullen moeten staan. Dus om zichzelf te beschermen, klampen ze zich vast aan de macht. Kijk bijvoorbeeld naar Frederick Chiluba, ex-president van Zambia. Ik weet zeker dat hij spijt als haren op zijn hoofd heeft dat hij de macht heeft losgelaten."

Over wat Afrika meer nodig heeft dan geld.

Ayittey kent Mo Ibrahim’s beweegredenen niet (“Misschien geeft het hem persoonlijk vervulling te weten dat hij de grootste prijs in de wereld heeft gecreëerd”), maar de prijs ter grootte van drie keer de Nobelprijs levert geen oplossing voor het werkelijke probleem. Slecht leiderschap is volgens hem namelijk het product van gebrekkige systemen en instituten:

“Als je een politiek systeem creëert waarbinnen alle macht in de handen van een persoon is dan maakt het niet uit waar je bent, het systeem zal tirannie in de hand werken. En je kunt de dictator met vijf miljoen dollar proberen te verleiden af te treden, maar het is geen garantie dat de volgende leider geen tiran zal zijn. Dat hebben ervaringen in Afrika meer dan eens bewezen. Zoals de Afrikanen zeggen: “We worstelen om de ene kakkerlak uit de macht te zetten, en de rat komt en doet precies hetzelfde".

“Wat Afrika zou redden en het continent verzekert van beter leiderschap, is niet de bereidheid van Afrika’s leiders om vrijwillig af te treden. Het is het hebben van instituten als een onafhankelijke centrale bank, een onafhankelijke rechtspraak, een vrije en onafhankelijke media, een onafhankelijke verkiezingscommissie, een efficiënte en professionele service aan burgers en een veiligheidsdienst en leger die neutraal en professioneel zijn.

“Recente gebeurtenissen in de Oekraïne (November 2004), Ghana (December 2004), Zimbabwe (Maart 2005), Libanon (April) en Togo (April) laten zonder uitzondering het enorme cultuuroverschrijdende belang van deze instituten zien. Terwijl frauduleuze verkiezingen in de Oekraïne en Togo werden beantwoord met straatprotesten en gewelddadige confrontaties, waren de verkiezingen in Ghana open en eerlijk, en de meest vreedzame in haar geschiedenis. En je mag je afvragen waarin het verschil zit.

“President Bush kan dus niet democratie proberen te verspreiden zonder te helpen met het leggen van de fundamentele instituten waarop democratie is gebouwd. Dat kun je namelijk niet alleen overlaten aan de leiders of de regerende elite omdat het botst met hun eigen belangen. Het is daarom ook zinloos om buitenlandse hulp die is bedoeld voor democratische ontwikkelingen te geven aan de regerende elite.

En zo is het ook onvoldoende voor meneer Mo Ibrahim om een prijs van 5 miljoen dollar uit te reiken en niet te helpen werken aan een systeem dat automatisch voor vervanging van een leider zal zorgen als zijn termijn erop zit.”

[Op de foto: George Ayittey (m) met Jaoquim Chissano (r)]

Tuesday, October 23, 2007

Miljoenen voor 'excellent leiderschap' in Afrika


Jaoquim Chissano, ex-president van Mozambiek, is miljonair. Dat was hij waarschijnlijk al, maar op zijn 68e verjaardag kreeg hij nog eens 5 miljoen dollar cadeau, met de toezegging van een jaarlijkse toelage van 200.000 dollar en nog eens 200.000 dollar die hij aan goede doelen mag gaan geven. Wow! Ik kan me bij dergelijke bedragen niets voorstellen, maar erbij vergeleken is de Nobelprijs (1,5 miljoen) een uitverkoop-prijsje. En dat allemaal voor ‘bewezen excellent leiderschap’. Kan het dan toch in Afrika?

Mo Ibrahim, de initiatiefnemer, denkt van wel. De Sudanese zakenman die zeer succesvol werd dankzij de mobiele telefonie, meent dat een financiële beloning dergelijke leiders uit de as van trots, egocentrisme en machtswellust zal laten verrijzen. Of nog beter: Dat met een dergelijke prijs in het vooruitzicht jonge opkomende leiders ervoor zullen kiezen het rechte pad te bewandelen en zichzelf niet nu al te gaan verrijken.

Een utopie, volgens mij. Goed leiderschap heeft met karakter te maken, en niet met het aantal cijfers op je bankafschrift. Hoewel ik het wel met Ibrahim eens ben dat de enige weg vooruit voor Afrika 'good governance' is. Als er op het niveau van de leiders niets verandert, zal het continent nooit loskomen van het infuus van buitenlandse hulp.

Enfin, om de beste ex-leider te kunnen kiezen bestudeerde een comité onder leiding van het ex-hoofd van de Verenigde Naties, Kofi Annan, een jaarlang de casussen van zo’n 13 Afrikaanse prominenten. Criteria was dat ze in de afgelopen drie jaar het presidentschap hadden neergelegd. Een lastig karwei moet dat zijn geweest. Want niet alleen is de definitie voor ‘neerleggen’ een moeilijke in Afrika waar leiders de neiging hebben te blijven zitten totdat ze gewoonweg gewipt worden, ook is het nog maar de vraag hoe hij (of zij) ooit de troon heeft beklommen. Want er bestaat namelijk zoiets als een arsenaal aan ondemocratische middelen om daar te komen.

Maar uiteindelijk was het Chissano die de eer te beurt viel. Hij wordt alom gezien en gerespecteerd als de man onder wiens leiding er een einde kwam aan de burgeroorlog in Mozambiek. En dat niet alleen, ook buiten de landsgrenzen heeft hij zijn kwaliteiten laten zien, onder meer als voorzitter van de Afrikaanse Unie (AU) en als VN-missionaris die moet helpen een einde te maken aan de tirannie van de LRA, een rebellengroep, in Noord-Oeganda.

In Dondo, centraal Mozambiek, werd het bericht positief ontvangen. De Mozambikanen dragen Chissano op handen, aldus Gil (32). Wel hoopt hij dat zijn ex-president het geld zal gebruiken om te investeren in de verdere ontwikkeling van het land. “Want”, zo zegt hij “mensen zijn gefrustreerd omdat ze na al die jaren van vrede nog steeds geen verbetering in hun situatie zien. Ze willen scholen, ziekenhuizen...”

Dezelfde Mo Ibrahim liet eerder dit jaar een onderzoek doen naar hoe goed Afrikaanse landen geregeerd worden. Met een 23e plaats eindigde Mozambiek halverwege de ladder. Er is dus werk aan de winkel en het is te hopen dat Chissano zijn pensioen nog even uitstelt.

En terwijl hij de miljoenen uitdeelt, kan hij misschien ook wat kwaliteitstijd met zijn oudste zoon doorbrengen. De afgelopen jaren is zijn naam namelijk herhaaldelijk te horen geweest in verband met corruptie en moord-schandalen. Het zou fantastisch zijn als de principes van goed leiderschap van vader op zoon worden over gedragen, zodat er geen waanzinnige bedragen meer nodig zijn om goed leiderschap te belonen.



Friday, October 12, 2007

Landverdeling: Zuid-Afrika gaat Zimbabwe niet achterna


Land is er genoeg in Zuid-Afrika. Maar de verdeling ervan is nog steeds een heel gevoelig onderwerp. ,,Aan alle kanten groeit de frustratie.''

Jaap de Villiers, de 76-jarige eigenaar van 'Uitval' in het noorden van Kwazulu Natal (Zuid-Afrika), kreeg twee weken om zijn boerderij te verlaten. Een groep mensen, afkomstig van het omringende land, protesteerde bij de ingang naar zijn boerderij en eiste 'teruggave' van zijn boerderij en land. Na snelle tussenkomst van landbouworganisaties en overheid, heeft de veehouder nu besloten zijn boerderij te verkopen.Volgende maand beginnen de onderhandelingen.

De herverdeling van land ligt uiterst gevoelig in Zuid-Afrika, blijkt uit de gesprekken. ,,Land is een heel moeilijk onderwerp'', zegt Petrus van Rooyen, werkzaam voor een van Zuid-Afrika's grootste zaadhandels, maar die nadrukkelijk op persoonlijke titel spreekt.

Sandy LaMarque van de lokale afdeling in KwaZulu Natal van AgriSA - een organisatie die de belangen behartigt van zo'n 70.000 Zuid-Afrikaanse boeren - maakt zich zorgen. Voorzichtig merkt ze op dat er een groeiende trend is van ,,onhoudbare situaties'' zoals bij de poorten van De Villiers' boerderij. ,,De frustratie groeit'', zegt ze. ,,Zowel de boeren als de lokale bevolking zijn gefrustreerd door het vreselijk langzame proces van landherverdeling. Wat doe je als je tien jaar geleden een claim hebt ingediend en je hebt nog steeds niets teruggehoord van het departement? En als je als boer negen jaar geleden al een overeenkomst met mensen hebt gesloten, maar je nog steeds zit te wachten op de afhandeling door het departement? Het is gewoonweg niet acceptabel.''

Lees verder: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=101531

Thursday, October 11, 2007

Studenten Zimbabwe opgepakt

In de meest recente gewelddadige actie heeft de Zimbabwaanse politie gistermorgen protesterende studenten opgepakt. Tenminste twee van hen zouden zich het politiebureau in Bulawayo bevinden en geslagen zijn. De politie is nog op zoek naar een aantal anderen, waaronder de vice-voorzitter van de christelijke studentenbeweging SCMZ, Langalihle Manyani.

Tot gistermorgen was nog onduidelijk wat de studenten precies ten laste wordt gelegd. Volgens Student Solidarity Trust, een studentenorganisatie in Zimbabwe, had een advocaat de twee gearresteerde studenten nog niet mogen spreken.

De politie begon haar actie woensdagmorgen tijdens een protestbijeenkomst op de Technische Universiteit (NUST) in Harare waar studenten aandacht vroegen voor de snel groeiende accommodatiecrisis op de campus. Als gevolg hiervan kampen ze met ruimtegebrek, hoge woonlasten en transportproblemen.

Grote zorg

Eerder deze week legden de studenten echter al hun vinger bij de werkelijke reden van hun problemen, namelijk de politieke crisis in hun land. In een open brief gericht aan president Mugabe uitten ze hun grote zorg over acties gericht tegen studenten- en mensenrechtenactivisten. “Duizenden studenten worden van de campus gestuurd, gearresteerd, gevangen, gemarteld of gedood vanwege hun vraag naar beter onderwijs. Uw regering overtreft het fascistische regime van Smith in het schenden van de mensenrechten. Het schokt ons des te meer omdat uw regering aantrad met de belofte de mensen te bevrijden”, aldus de briefschrijvers.

Ondertussen heeft de oppositiepartij in Zimbabwe, de MDC, gezegd dat de onderhandelingen met de regeringspartij over onder meer open en eerlijke verkiezingen in maart volgend jaar, op niets uit zullen lopen als het geweld niet stopt. Volgens berichten is het geweld niet langer beperkt tot oppositieleden, maar lopen nu ook willekeurige burgers kans slachtoffer te worden.

(ND, 11 oktober 2007. Zie: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=101458 )

Sunday, October 7, 2007

Apartheid in kerk: niet goed te praten, wel te begrijpen


De Nederduitsch Hervormde Kerk (NHK) wil weer graag lid worden van de World Alliance of Reformed Churches (WARC). Volgens Allan Boesak, politicus en anti-apartheidsactivist sprekend namens de WARC, kan dat, mits er nog wel even aan een laatste voorwaarde wordt voldaan: Die "ondubbelsinnige sinode-uitspraak dat apartheid 'n sonde is en die teologiese regverdiging daarvan 'n dwaling".

De kerk werd eerder uit de alliantie gezet vanwege haar apartheidstandpunt. Het is moeilijk te bevatten hoe een christelijke bijbelse visie een geloof kan voortbrengen en voeden, dat gebaseerd is op de overtuiging dat het blanke menselijke ras boven het zwarte verheven zou zijn.

Ik lees deze dagen het boek ‘The Passing Summer’, geschreven door Michael Cassidy. Deze Zuidafrikaan, oprichter van de evangelische organisatie African Enterprise, helpt me op een eerlijke manier om dit land te gaan begrijpen. Interessant is bijvoorbeeld hoe hij het ontstaan van het rassendenken in de Nederduits Gereformeerde Kerk (zusterkerk van de NHK) beschrijft. Behalve geworteld in een politieke beweging (zoals het ontstaan van de Broederbond), kwam de theologische ‘verantwoording’ onder meer uit Nederland!

Een aantal Zuidafrikaanse theologen kwam namelijk tijdens hun studie in ons land in aanraking met het gedachtegoed van Abram Kuyper. Maar Kuyper’s ideeën raakten op een wel heel wonderlijke manier aan de ervaringen en de verlangens van de Afrikaners. Waar Kuyper benadrukte dat ieder domein in de samenleving zijn eigen verantwoordelijkheden voor God heeft, en God de schepper is van volkeren, zagen de Afrikaners er vooral een theologische onderbouwing in van hun verlangen naar ‘eigen volk en eigen land’.

Kracht in isolatie

Sleutelpassages uit de Bijbel waren voor hen Genesis 11, Deuteronomium 32:8 en Handelingen 17:26. Cassidy: “Al deze gedeeltes benaddrukken hoe God volkeren hun eigen plek onder de zon heeft gegeven. Het impliceert dat ze gescheiden moeten blijven. Als er geen rassenscheiding is, vindt er een mix van rassen plaats en worden God's wil en plan ontkend. Meer nog: politiek gezien zal alles verloren zijn. Israël was hierin het klassieke voorbeeld. Nationaal pluralisme, gebaseerd op ‘pluriformiteit en niet uniformiteit’, in de schepping, is de goddelijke wil.” (blz. 119)

De Afrikaners spiegelden zich aan het volk Israël, volk van het verbond, en het beloofde land. In heilige isolatie zou hun kracht liggen. Een gedachtengang die we overigens ook in bepaalde segmenten van de Nederlandse samenleving zien.

Het is al met al een niet zo verwonderlijke gedachtengang als je nagaat dat de Afrikaners er bijna bijna twee eeuwen van strijd tegen de Zulu’s en de Britten op hadden zitten. En vooral tijdens de laastste oorlog tegen de Britten (1899-1902) enorme verliezen hadden geleden.

Apartheid en de verkondiging ervan vanaf de kansel is niet goed te praten. Het is een hele zwarte bladzijde in de geschiedenis van de kerk. Maar inzicht in ontstaan ervan, levert op een bepaalde manier een vorm van begrip op die helpt om tot verzoening te komen.

Zie ook: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=101354

Wednesday, October 3, 2007

Politieke rel Zuid-Afrika over Selebi


Het Zuidafrikaanse Openbaar Ministerie heeft een onderzoek lopen naar vermeende contacten met het criminele circuit van het hoofd van de Zuidafrikaanse politie, Jackie Selebi. Interessant detail is dat Selebi ook het hoofd is van Interpol, de internationale politiemacht. Zuidafrikaanse politici vrezen voor gevolgen voor het internationale gezicht van Zuid-Afrika. Maar vooralsnog zorgt de zaak vooral voor interne beroering.

Het bericht komt na ruim een week van speculaties naar het waarom van de schorsing van het hoofd van OM, Vusi Pikoli, door president Thabo Mbeki vorige week zondag. Een van de geruchten die de ronde doet, is dat Mbeki zijn ‘vriend’ Selebi de hand boven het hoofd zou willen houden, omdat hij zijn steun waarschijnlijk meer dan nodig heeft in de race om het presidentschap van zijn partij, het ANC.

Verontrustend

Als reden voor de schorsing noemde Mbeki de verstoorde arbeidsrelatie tussen Pikoli en de minister van Justitie, Brigitte Mbandla. Maar terwijl de president in New York de VN-vergadering toesprak, kwam in Zuid-Afrika de geruchtenmolen pas goed op gang. Het bericht dat Pikoli een arrestatiebevel voor Selebi uitgevaardigd zou hebben, was de druppel. Politieke partijen vroegen om tekst en uitleg. Voorzitter van de Democratic Alliance, Helen Zille, noemde een mogelijk verband tussen Pikoli’s schorsing en het arrestatiebevel “verontrustend voor de democratie. Het impliceert dat Mbeki opnieuw ingrijpt om directe vrienden te beschermen en daarvoor zelfs inbreekt in het werk van overheidsorganen.”

Dat Selebi contacten zou onderhouden met het criminele circuit, is overigens niet nieuw. Vorig jaar al rezen er vragen rond zijn integriteit in verband met een moord op een zakenman. Selebi ontkent echter iets met de zaak te maken te hebben.

Heksenjacht

Onder politieke analisten en de oppositie heerst het vermoeden dat Pikoli het volgende slachtoffer is in de heksenjacht die lijkt te zijn losgebarsten in de opvolgings-saga binnen het ANC. Tijdens een congres in december zal de partij een nieuwe president kiezen. En met een overgrote meerderheid in het parlement, is het meer dan waarschijnlijk dat het nieuwe ANC-hoofd ook de volgende president van het land wordt.

Vooralsnog gaat de strijd tussen Thabo Mbeki, die overigens zijn twee termijnen als staatspresident heeft gediend, en Jacob Zuma. Zuma wordt op handen gedragen door een groot deel van de ANC-achterban onder wie COSATU, de grootste vakbond, de ANC-jongerenafdeling en de veteranen. Zij zien in Zuma ‘een man van het volk’ die hun belangen op het oog heeft. Dit in tegenstelling tot Mbeki, de intellectueel.

Dubieuze bekendheid

Een groot deel van de Zuidafrikaanse bevolking vreest echter de dag dat Zuma als de nieuwe president aantreedt. De oud-apartheidstrijder geniet een dubieuze bekendheid in verband met vermeende fraude, een seksschandaal en zijn onorthodoxe opvattingen rond aids-preventie.

Wat zijn zaak zeker geen goed zal doen, is als het openbaar ministerie toch een onderzoek in gang zet naar zijn contacten met Schabir Shaik. Shaik, een Zuidafrikaanse zakenman, heeft gisteren ook zijn laatste hoger beroep verloren en moet een celstraf van 15 jaar uitzitten voor bewezen fraude.

Zie ook: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=100981

Saturday, September 29, 2007

Stuiptrekkingen van regime-Mugabe


Terwijl de Zimbabwaanse president Robert Mugabe in New York de degens kruiste met zijn Amerikaanse ambtgenoot George Bush, heeft het parlement in Zimbabwe deze week een wetsvoorstel aangenomen waarin 'blanke' en buitenlandse bedrijven gedwongen kunnen worden 51 procent van hun aandelen te verkopen aan de Zimbabwaanse bevolking. Een nieuwe stap in een poging verdere politieke controle over het land te krijgen.

Eddie Cross, een blanke Zimbabwaan in de top van de oppositiepartij, is niet verbaasd over de jongste stap van het regime in Zimbabwe. De 'ontmanteling' van buitenlandse bedrijven volgt min of meer logischerwijs op eerdere gebeurtenissen, zoals de bezetting van boerderijen en de vernieling van een aantal townships in 2005. ,,Het zijn stuk voor stuk politieke maatregelen die het land en de economie kapotmaken. Als deze wet erdoor komt, zullen buitenlandse bedrijven zich uit Zimbabwe terugtrekken: banken als Barclays en Standard Bank en bedrijven als Mobiel en Levis, cement- en grote mijnbedrijven.''

De oppositiepartij MDC ziet de stap als een laatste stuiptrekking van een partij en een president die weet dat zijn einde in zicht is. ,,Waar wij ons op dit moment het meest zorgen over maken, is hoeveel schade ze het land nog verder kunnen berokkenen. Want straks moeten wij werken aan de wederopbouw.''

Voorafgaand aan de stemming over het initiatiefwetsvoorstel vond er een verhit debat plaats tussen regeringspartij ZANU-PF en leden van de oppositiepartij MDC. Waar ZANU het voorstel verdedigde als ,,de volgende stap in het ontmantelen van koloniale structuren'', hamerde de MDC erop dat een dergelijke wet onnodig en contraproductief is. Maar de oppositie, veruit in de minderheid, vond weinig gehoor en verliet voor de stemming uit protest de zaal.

De consequenties zullen enorm zijn, zegt Cross. ,,Denk niet alleen aan al die mensen die zonder werk komen te zitten, maar ook het verlies aan kennis en kapitaal. Buitenlandse bedrijven zullen niet meer in Zimbabwe investeren. We worden een gesloten land met een kleine economie.'' Het zal volgens hem de economische neerwaartse spiraal waar Zimbabwe al een tijd in zit, alleen maar versnellen en versterken.
Lees verder: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=100686

Tuesday, September 25, 2007

Transformatie in Nigeria langzaam maar zeker


Rebellen van de Movement for the Emancipation of the Niger Delta in Nigeria hebben een nieuw kidnap- en geweldsoffensief aangekondigd nadat een van hun leiders Henry Okah in Angola is opgepakt. Okah, die mogelijk ook de alias Jomo Gbomo gebruikte, wordt verdacht van wapenhandel en witwassen van geld. Ondertussen heeft Nigeria’s nieuwe president Yar’Adua aangekondigd onderzoek in te stellen naar vermeende contacten tussen ambtenaren en rebellengroeperingen.

Nigeria’s Nigerdelta is een gebied waar enorme hoeveelheden olie wordt gewonnen door buitenlandse maatschappijen zoals Shell. Dat gebeurt in ‘joint ventures’ met de Nigeriaanse overheid. Maar zo onzichtbaar als de olie hun huisjes passeert, zo onzichtbaar blijven de inkomsten van oliewinning voor de lokale bevolking. Behalve de grote pijpen in hun achtertuin, zijn de dode vissen in hun rivieren het enige wat ze terugzien van al deze economische activiteiten. Het geld verdwijnt linea-recta in de zakken van zakenlieden en ambtenaren.
Geen wonder dus dat de Delta-bewoners aandacht vragen voor het onrecht dat hen wordt aangedaan. Op zoek naar middelen om hun protest kracht bij te zetten, bleek het kidnappen van (buitenlandse) werknemers een van de meest succesvolle te zijn. Een emotioneel pressiemiddel dat bovendien snelle ‘inkomsten’ garandeert. Aandacht-vragen voor onrecht is zo helaas verworden tot corrupte manipulatie.

Maar Anthonia Ekpa begrijpt het wel. Deze 45-jarige Nigeriaanse heeft een top-positie binnen de Nigeriaanse regering. Ze is verantwoordelijk voor de communicatie in het transformatie-proces dat de overheid de afgelopen jaren is gestart. Mede onder druk van westerse instanties als de Wereldbank en IMF is begonnen met het aanpakken van urgente zaken als corruptie en het oplossen van de regionale spanningen zoals in de Nigerdelta.

Anthonia is hoopvol over een oplossing. “De overheid is al onder de leiding van de voormalige president Olesegun Abasanjo begonnen met investeren in het gebied. Bijvoorbeeld in onderwijs. Dat is zo ontzettend belangrijk.” Ze spreekt uit ervaring want ze is zelf afkomstig uit een van de olie-rijke maar genegeerde gebieden en weet hoe de bevolking achterblijft en lijdt onder het economisch onrecht en de corruptie. En is zelf een van de voorbeelden van wat goed onderwijs kan bewerkstelligen. Zo was ze werkzaam als universitair docente, en is nu full time directeur van de overheidsinstelling waaraan ze verbonden is.
Werkdagen van 10 uur zijn normaal voor haar, en dat voor een salaris dat vijf maal lager ligt dan dat van een universitair docent. Bovendien had ze een leuke baan in Engeland kunnen hebben. Als ik haar vraag "Waarom doe je dit?" moet ze lachen. Dat is voor haar geen vraag. “Ik moet dit doen. Mijn land heeft mij nodig.”

En zo reist ze van staat naar staat, en spreekt met topambtenaren over de noodzaak van goed bestuur en transparantie. Ze laat hen de kale feiten zien van wat corruptie doet met een land en zijn mensen. Ze geeft cijfers en vergelijkt met andere staten en landen in Afrika. Ze vertelt hoe ‘mogelijkheden voor mensen om zich te ontwikkelen’ sinds een paar jaar officieel door de Verenigde Naties als mensenrecht wordt gezien. De ambtenaren luisteren, zegt Anthonia. En af en toe ziet ze hoe er bij iemand een licht aangaat. Maar, zegt ook zij, aan het einde van ons gesprek: Echte transformatie kan alleen maar als mensen van binnen veranderen.

Tuesday, September 18, 2007

Helden




Vandaag ben ik op stap met een Mauretaanse Zuid-Afrikaan, of Zuidafrikaanse Mauretaan? Hoe het ook zij, Pierre (zo heet hij) woont al 30 jaar in Zuid-Afrika, en is bovendien een afgestudeerd 'gids', en dus ik kan hem gerust als autoriteit beschouwen als het gaat om kennis van dit land. Dat is dan ook de reden waarom we nu samen in de auto zitten. Want als het gaat om inburgeren, volg ik deze weken een spoedcursus. En Pierre is mijn volgende docent.
Terwijl we over de snelweg razen, zie ik in de verte een heuvel met vlaggenmasten en een nieuwe weg die ernaar toe leidt. Het blijkt het jongste monument in Pretoria te zijn; de administratieve hoofdstad van Zuid-Afrika die toch al geen gebrek heeft aan gedenktekens, museumhuizen en historische gebouwen. We hadden immers net de Union Buildings achter ons gelaten, en waren via Church Square met onder meer zijn Raadsaal wat ooit het eerste parlement van de Republiek van Zuid Afrika huisvestte, en het Paleis van Justitie waar Nelson Mandela terecht stond, nu op weg naar het Voortrekkermonument.

Het is eigenlijk vragen naar de bekende weg, maar ik doe het toch: “Dit nieuwe monument, dat is zeker gebouwd ter herinnering aan de helden van de struggle?” Want naast Nelson Mandela en Steve Biko, kende de strijd tegen apartheid heel veel helden en Zuid Afrika grijpt iedere gelegenheid aan om hen voor het voetlicht te brengen. Of het nu door het veranderen van straatnamen gebeurt, of in speeches bij allerlei gelegenheden. Zonder deze helden zou de Zuidafrikaanse samenleving niet zijn wat het nu is. Alle reden dus om hen niet te vergeten.

En daar zal niemand iets tegenin brengen. Want de grote meerderheid van zwart, blank en gekleurd Zuid Afrika is het er over eens dat apartheid en waar het voor stond, op geen enkele manier geaccepteerd en/of verdedigd kan worden. In hun afwijzing ervan zijn ze het meer dan eens. En dus ook in hun respect voor de al-dan-niet-gevallen helden.

Jammer dus eigenlijk dat de 43 miljoen Zuidafrikanen (nog) niet in staat zijn om dat gezamenlijk een symbolisch gezicht te geven. Want als de geschiedenis van deze relatief jonge natie iets laat zien, is het wel dat in de afgelopen 400 jaar iedere bevolkingsgroep op gezette tijden zo zijn eigen ‘struggle’ had. De Hottentotten en Koi-San in de Kaap toen de Hollanders en Britten voet aan wal zetten. De voortrekkers (de Boeren) tegen de eigen Hollandse regering en later ook de Britten en de Zoeloes. De Zoeloes op hun beurt tegen de Boeren en de Britten. En de Britten uiteindelijk weer tegen de Zoeloes en de Boeren.

Dus, wat ligt er meer voor de hand dan dit te gedenken in een gezamenlijk gedenkteken? Een symbool van wat het iedere bevolkingsgroep heeft gekost om het nieuwe Zuid Afrika vorm te geven? Een herdenken en gedenken van de kosten en de gevallen helden, maar ook de viering van de geboorte van de natie?
Het is daarom hoopvol dat 16 december, de datum waarop de slag bij Bloedrivier (tussen de Zoeloes en de Boeren) jaarlijks wordt herdacht, is omgedoopt tot 'Reconciliation Day' (Dag van Verzoening). En dat de herdenkingplechtigheid bij het Voortrekkermonument vorig jaar, een multi-cultureel feest was. Inclusief vertegenwoordigers van alle 11 taalgroepen. Wie weet wat ze dit jaar neer kunnen zetten!

Sunday, September 16, 2007

Fight for your right?


Op mijn eerste zondagavond terug in Kaapstad bracht ik een bezoek aan een baptistengemeente bij mij om de hoek. In de dienst deed een groepje verslag van hun bezoek aan Turkije. Wat bij mij vooral bleef hangen was een opmerking van een van hen, namelijk dat we in Zuid Afrika blij moeten zijn met de vrijheid die we nog hebben als christenen. Want dat zal snel veranderen.

De opmerking roept bij mij associaties op met de radicale christelijke beweging in Amerika die vecht voor het behoud van christelijke waarden, een beweging die we in een bepaald opzicht in Nederland ook kennen. Helaas is het zo dat de motivatie vaak niet zozeer het zoeken van het goede voor het land in kwestie is, als wel angst voor het verliezen van een status, angst voor eigen leven en vrijheid.
Mede daardoor krijg je van die gekke, verwrongen discussies over of er wel of geen moskee in de stad gebouwd kan worden. Of hoofddoekjes in de klas toegestaan moeten worden. Of de religieuze feestdagen van moslims wel of niet ‘gelijk gesteld’ moeten worden met de christelijke feestdagen. Of ze wel of niet mogen bidden tijdens hun werk. Discussies die in Zuid Afrika overigens niet lijken te spelen. Maar dat ter zijde.

Het doet me denken aan het verhaal van Daniël. Hij werkte in een onchristelijke samenleving en diende een heidense koning. Het was zijn opdracht om dit volk, onder wie hij leefde, te dienen en tot een zegen te zijn. Hoe? Door middel van zijn Christ-like denken. De Joden moesten de Babyloniërs dienen en zegenen in het bouwen van huizen, starten van bedrijven, enzovoort. Ze waren niet geroepen om te vechten voor joodse rechten voor de joden.

En datzelfde geldt voor christenen in Nederland anno 2007. We kunnen ons druk maken over het verdwijnen van de christelijke vanzelfsprekendheid en de leegloop van kerken, over de bouw van moskeeën en over de mogelijkheid dat we over honderd jaar een christelijk-islamitische natie zijn. We kunnen vechten voor behoud van ‘onze christelijke rechten’, maar dat is niet onze opdracht. We zijn geroepen om tot een zegen te zijn voor ons land en dat te doen door Christus te volgen in het dagelijks leven; door ons doen en DENKEN. Dan ontdekken we vanzelf dat iets als vrijheid van godsdienst in beginsel een ‘mensenrecht’ is door God bedacht en gegeven. En kunnen we (weer) laten zien dat Gods plannen voor ons land echt goed, en zijn voorschriften wijs zijn.

Wednesday, September 12, 2007

Huisje-boompje-beestje niet eenvoudig in Zuid Afrika


Als je in Nederland je inrit naar je boerderij oprijdt. Of als je je fiets achter uit het schuurtje pakt. Als je eens lekker in de tuin in de zon gaat zitten. Of als je besluit dat een leuke aanbouw bij je huis niet zou misstaan.... denk er de volgende keer dan ook eens over na dat het ‘bezitten van huis en grond’ niet zo voor de hand ligt als wij het vaak beleven.

Vandaag ben ik op bezoek bij het Church Land Program, gevestigd hier in Pietermaritzburg. Met Zonke praat ik over de landverdeling in Zuid Afrika, en dan met name ook de rol van de kerken hierin. De herverdeling van land is een enorm heikel en gevoelig onderwerp in zuidelijk Afrika. In Zuid Afrika is ruim 80 procent van het land in handen van een blanke minderheid. En het is de bedoeling dat zeker 30 procent ‘terugkeert’ in de handen van de oorspronkelijke Afrikaanse bevolking.
De deadline voor die nieuwe verdeling nadert met rasse schreden. In maart volgend jaar moet ook de resterende 26 procent van land waar claims op liggen, terug zijn bij de oorspronkelijke eigenaren. “In your dreams”, is alles wat Zonke daarvan kan zeggen.

Want het proces is traag en research vraagt veel tijd.Wie weet bijvoorbeeld nog wie begin vorige eeuw eigenaar was van het stukje land in Newlands, een voorstad van Durban? Deze eigenaren werden ten tijde van apartheid weggestuurd, omdat de overheid Newlands wilde ontwikkelen. En nu claimen deze mensen dus hun land terug.
Als eenmaal duidelijk is of de claimer inderdaad de rechtmatige eigenaar is, moet worden gekeken of het land teruggegeven kan worden. En dat kan lang niet altijd. In Newlands bijvoorbeeld staan nu huizen waar mensen in wonen. Uiteindelijk wordt de zaak dus beslist met een afkoopsom. Daarbij tekenen de oorspronkelijke eigenaren een document waarop ze aangeven dat ze afzien van de claim.

Maar niet overal verloopt het zo vriendelijk. Gisteren moest een groot deel van de N2, een snelweg bij Kaapstad, worden afgesloten vanwege rellen. Mensen woonachtig in de aangrenzende township protesteerden tegen hun gedwongen ‘tijdelijke verhuizing’ naar elders. Die verhuizing is nodig omdat de regering bezig is met een grootschalig nieuwbouwproject dat goede huizen voor de lokale bevolking moet opleveren. Begrijpelijk dat deze mensen het gesol zat zijn. Weer verhuizen? En voor wat? De overheid kan nog zo beloven dat het voor hun eigen bestwil is (immers: het vooruitzicht van goede behuizing), maar dat geloven de mensen hier al lang niet meer.

Tuesday, September 11, 2007

Gemaakt voor deze wereld


Vanmiddag stond ik bij en keek ik naar een in mijn ogen dode en dorre rivieroever. Kijk, zei natuurliefhebber en Arocha-directeur Allen, daar hebben we vorig jaar de uitheemse bomen weggehaald en er Afrikaanse bomen voor in de plaats gezet. Of tewel: Local is lekker, zoals de Zuidafrikanen graag zeggen.
En kijk, wees hij me vervolgens op een vogeltje. Het diertje was groenbruin en viel in het dorre droge gras nauwelijks op. In ieder geval niet voor mijn ongeoefend oog.
Luister, zei hij even later en onderbrak ons gesprek ervoor. “Een nieuw geluid, niet eerder hier gehoord”. En ik hoorde inderdaad het piepen van een vogeltje. Dat was me niet eerder opgevallen. De latijnse naam ben ik alweer vergeten maar in de volksmond bleek dit de ‘fruit salad bird’ te zijn.

De schepping is een feest. Een feest van geluiden, vormen, kleuren en geuren. En op de een of andere manier leef ik daar zo makkelijk aan voorbij. Als bij mijn vrienden hier in Pietermaritzburg de aapjes door de tuin rennen, kijk ik wel even vertederd op. En ja, ik ben ook wel onder de indruk van olifanten in een wildreservaat. Of van het flappen van een staart van een walvis in de blauwe baai waar mijn flat op uitkijkt. Kortom, ik ben een tevreden consument.

Maar de natuur als iets waarvoor ik ook verantwoordelijkheid draag? Dat is een heel ander verhaal. En toch... Ik ben gemaakt voor deze wereld. Met als opdracht om ervoor te zorgen.
Veel, vooral christenen, denken dat die opdracht wegviel met Eva’s ongelukkige keuze om toch van de verboden vrucht te eten. Alsof het na de zondeval nog slechts een kwestie van pappen en nathouden is. Niets is minder waar. God maakte mensen voor deze aarde, niet voor de hemel of het hiernamaals. Dat betekent dus voor mij, voor ons in het hier en nu, verantwoordelijkheid nemen. Met beide benen in de droge rode Afrikaanse grond en niet met mijn hoofd in de hemel.

Sunday, July 1, 2007

Aids

Vanmorgen zit ze tegenover me. In de voor haar zo kenmerkende opvallende kleding- en kleurencombinatie; een grijs t-shirt met een door het vele wassen vervaagde print. De korte mouwen veranderen ter hoogte van de ellebogen in het felle geel van het shirt dat ze eronder draagt. Een zwarte wijde broek met blauwe blokjes complementeert het geheel.

Haar gezicht is vertrouwd, ik ken haar al zo lang. Maria is een collega, een vriendin van het eerste uur. Vanaf het moment dat ik voet op Afrikaanse bodem zette, was zij degene die geduldig al mijn vragen aanhoorde en ze zo goed mogelijk probeerde te beantwoorden. Die me probeerde uit te leggen waarom bepaalde dingen zijn zoals ze zijn. Waarom in een organisatie als de onze we geen salaris krijgen en van giften leven, waarom dingen in Afrika zoveel tijd kosten, hoe in de Zulucultuur mannen en vrouwen met elkaar omgaan en nog veel meer.

En vanmorgen zit ze tegenover me. Ze wil duidelijk iets kwijt, moet iets vertellen. En dan begint ze. Terug naar vier jaar geleden. Toen ze een relatie met een man had – een relatie die ze uiteindelijk zelf verbroken heeft. Hoe er dingen waren die ze toen niet begreep, maar die ze nu wel kan verklaren. Puzzelstukjes die twee jaar geleden opeens met donderend geraas op hun plek vielen. Hij wilde immers zo snel mogelijk trouwen. Hij wilde lichamelijk contact. Van haar hoefde dat nog niet zo nodig. Soms had hij wat bloed in zijn mond, maar hij zei dat het niets was. Een vriend die haar bij een andere gelegenheid in bedekte termen liet weten dat hij ongerust was, want het leek wel of deze jongeman ziek was.

Twee jaar na het verbreken van de relatie hoorde Maria dat haar ex-vriend was overleden. Zomaar. Van het ene op andere moment. Een raar verhaal. ‘Hij had waarschijnlijk aids’ gaat het gerucht. Maria kiest het zekere voor het onzekere en laat zich testen. De uitslag laat haar wereld in duigen vallen – in honderdduizend stukjes. Ze is hiv-positief.

Op weg terug naar huis is er iets wat haar ervan weerhoudt om voor de trein te springen, er direct maar een eind aan te maken. Ze heeft een zoon in de tienerleeftijd, ja. Maar meer nog is het God die tot haar spreekt. De hele week, iedere dag, wijst hij haar op een gedeelte in Jesaja. Daaruit put Maria troost en hoop voor de toekomst. Op een wonderlijke manier komt ze bij een hulpverleenster terecht die ook christen is en komt ze, omdat ze kinderen heeft, in aanmerking voor aidsremmende medicijnen.

Ze wil het niet maar als ze na bijna 2 jaar stilzwijgen, praat nemen de emoties het over. Na een eenzame worsteling van 2 jaar, staat ze zichzelf dan toe het eindelijk vertellen.

Ik kan niet anders dan alleen maar luisteren. De oneerlijkheid van de situatie treft me diep. Niet alleen het verraderlijke van de ziekte, maar ook de eenzaamheid die mijn vriendin uitstraalt. Aids is in Afrika nog steeds een onderwerp dat gepaard gaat met stigmatisering en angst. De gekste verhalen doen de ronde over hoe je het kunt krijgen (naar iemand met aids kijken is voldoende) of hoe je het juist weer kwijt kunt raken (seks met een jonge maagd is het beste medicijn. En een douche direct na de geslachtsdaad biedt goede garantie dat je van het virus gevrijwaard blijft...).
In sommige delen van Afrika treft mensen met het hiv-virus hetzelfde lot als de vroegere melaatsen: Ze worden uit families en gemeenschappen verbannen. Genegeerd.

Het moeilijkste rond aids is, behalve dat het ongeneeslijk is, misschien nog wel dat het onbespreekbaar is. Want wie in Afrika over aids praat, kan niet heen om onderwerpen als seks en de verhouding man-vrouw. En dat zijn hele gevoelige onderwerpen, vooral voor het mannelijke deel van het continent.

Saturday, May 26, 2007

Leven in een dierentuin of wildpark?


"Hoe is het in Europa? Mis je Afrika?" Twee vragen van een vriend. Twee werelden in een zin: Europa en Afrika. Ik denk erover na. Sinds ik een half jaar geleden –voor een tijdje- terugkeerde in Nederland, krijg ik die vraag vaak. Het antwoord ligt niet voor de hand. “Europa is goed voor mij, maar ik kan bijna niet wachten om op het vliegtuig terug naar Afrika te stappen”, antwoord ik. Op hetzelfde moment weet ik wat het sleutelwoord is: ‘leven’.

Het leven in Europa, of beter: in Nederland, is goed. Het is afgerond. Het is egaal. Veel vragen lijken een antwoord te hebben, veel problemen een oplossing. Er zijn kaders, modellen, plannen en structuren. Er zijn weinig verrassingen. Het leven is er als in een dierentuin. Binnen 35.000 vierkante kilometer heeft alles een hokje, en tussen die hokjes lopen 16 miljoen mensen op min of meer platgetreden paden.

Afrika is anders. Het continent en de mensen bruisen van energie, van wilskracht en creativiteit. Mensen zoeken hun weg, dag voor dag, in een drang om te overleven. Soms volgen ze een bestaande route, soms trekken ze hun eigen spoor. Tegen de stroom, en misschien soms zelfs tegen beter weten in. Ze verrassen me, dagen me uit.

Een vrouw als Judith. Draagster van het hiv-virus, met de verantwoordelijkheid en de zorg voor twee kleinkinderen. Hun moeder, haar dochter, is lang geleden al door AIDS geveld. Judith is vastbesloten in haar zorg voor anderen met AIDS. Ze bezoekt hen, brengt wat eten en bemoedigt ze.

Daarin lijkt ze op een vrouw als Matrine. Al wat ouder, nooit getrouwd. In de traditionele Swazicultuur niet veel waard. Haar huisje op de berg heeft ze opengesteld voor weeskinderen. Ze zorgt voor ze, stuurt ze naar school, geeft ze liefde.

Maria, een vrouw van mijn leeftijd, heeft haar oog op een eilandje voor de kust van Guinea Bissau (West-Afrika) laten vallen. Niemand lijkt te weten wat er op Ilha de Caravella gebeurt. Ook de overheid niet. Gedreven als ze is, stapt ze op een dag in een wankel vissersbootje en waagt ze de oversteek. Eenmaal aangekomen, vindt ze er mensen, levend in hele primitieve omstandigheden. Maria besluit te blijven. En vandaag de dag is er een schooltje en medische zorg.

En dan is er Marije. Onderwijzeres in een township rond Windhoek, Namibië. Maar daarmee zoveel meer. Ze kent de achtergronden van al ‘haar’ kinderen, de situatie thuis. Ze bezoekt kindgezinnen, waarbij het oudste kind zorgt voor de jongeren omdat de ouders er allebei niet meer zijn. Ze helpt alleenstaande moeders een baan te vinden. Gaat met leiders van een gang naar een bijeenkomst van de AA, en rijdt anderen naar het ziekenhuis.

Deze vrouwen zijn ‘Afrika’! Ze (be)leven het pure, rauwe leven zoals het zich aandient. En op een manier waar ik –in stilte- jaloers op ben. Het leven in Afrika is als in een wildpark. Met al zijn woestheid en wreedheid, maar ook al het mooie en adembenemende.
(foto: E. Schassberger)