Wednesday, May 21, 2008

Het was toch vrede?

In het oosten van Congo is het officieel vrede. Toch jagen rebellen nog steeds vele duizenden mensen op de vlucht.

GOMA - Oost Congo. De stoffige zandweg van Bunia naar Beni zit de ene keer vol gaten en kuilen, en is dan weer redelijk goed berijdbaar. Het hangt ervan af of de Chinezen zijn geweest. China investeert graag in dit door oorlog verscheurde gebied. De reden is makkelijk te raden: de Democratische Republiek Congo beschikt over een enorme voorraad grondstoffen die een snelgroeiende economie als China goed kan gebruiken.

Aan de weg naar Beni ligt ook het dorp Komanda. Daar staat een oud katholiek kerkje, waar omheen een groep van zo’n vijfhonderd volwassenen en kinderen van de Lesse-stam
haar toevlucht heeft gezocht. Terwijl een vrouw is begonnen met het verzamelen van brandhout dat ze in kleine stapeltjes langs de weg uitstalt, staat of zit de meerderheid wat apathisch rond het gebouwtje, wachtend totdat iemand iets doet. Ze hebben weer alles verloren. ‘Wat hebben we gedaan dat God dit steeds weer laat gebeuren’, vraagt Ikolu Andibo (47), liggend op een kleine versleten matras, zich af. Het is niet de eerste keer dat een lokale rebellengroep Komanda binnenvalt. ‘We hadden onze huizen en levens net weer een beetje opgebouwd’, zegt Andibo. ‘Nadat de vrede en rust waren teruggekeerd,
zijn we in april vorig jaar teruggegaan naar ons dorp. Maar we zijn nog geen jaar verder en moet je nu kijken.’
Ook voor chief Kalani is het moeilijk zijn mensen zo te zien lijden: ‘We zijn hier nu een week, zonder hulp. Het regent iedere dag en de nood is groot. Vooral de kinderen lijden. Met onderdak en voedsel zouden we levens kunnen redden.’ Het is duidelijk dat de chief dit niet zomaar over zijn kant zal laten gaan. Degene die dit op zijn geweten heeft, moet gestraft worden, vindt hij. Maar ‘recht doen’ kan in een land als Congo makkelijk leiden tot wraakacties. Dat kan het gebied opnieuw in een geweldsspiraal
brengen.

In februari van dit jaar leek er een einde te komen aan een lange periode van bloedige strijd. De regering en diverse rebellengroepen zetten hun handtekening onder het ‘Goma-vredesverdrag’, maar het lijkt of er niets is veranderd. Nog iedere dag komen er mensen uit de jungle, vluchtend voor hun leven. Rebellen trekken moordend en plunderend door het
enorme gebied en voeren gevechten met het regeringsleger. Volgens VN-cijfers zijn sinds 2003 bijna een miljoen mensen op de vlucht geslagen.

In het uiterste oosten, in Goma, aan de voet van de heuvels dicht bij het Kivumeer, staat chief Adolphe Bonane. Kinderen verdringen zich om hem heen, maar hij lijkt ze niet op te merken. Le président van het Shashakamp kijkt naar de hutjes van gras en bananenbladeren. Zijn ogen staan triest bij het zien van de toestand van zijn mensen. Mensen die weten hoe te overleven in de jungle, jagend en verzamelend. Sinds mei vorig jaar hebben ze niets meer. Ze leven in deze hutjes zonder enige vorm van bescherming. En zonder eten. Ruim 200 kilometer hebben ze gelopen, op de vlucht voor het leger van de rebellerende generaal Nkunda.

Verder lezen? Klik dan door naar http://www.depers.nl/UserFiles/File/De%20Pers%20woensdag%2021%20mei%202008.pdf, en kijk op pagina 9

No comments: