Friday, June 13, 2008

"Doodgaan in eigen land is nog beter"

Terwijl de winter met zijn koufront definitief bezit neemt van Kaapstad, proberen ruim 15.000 vluchtelingen, ontheemd na de uitbarsting van vreemdelingenhaat vorige maand, te overleven in opvangcentra en kampen rond de stad. Na bijna drie weken wachten loopt de spanning op in Soetwater, het grootste opvangkamp. ,,Als we op deze weg voortgaan, staat ons nog heel wat geweld te wachten.''

Maandagavond tegen zonsondergang meldden zich een dertiental bussen bij de poort van het kamp in Soetwater, een recreatiegebied pal aan de Atlantische kust. Omringd door hoge heuvels, met een fantastisch uitzicht over de zee en de golven die stukslaan op de rotsen, is het op een mooie zomerse dag een favoriete plek voor kampeerders en dagjesmensen.

Maar de bussen zijn er niet om toeristen af te leveren. Onder begeleiding van een politiemacht zijn ze door het provinciebestuur gestuurd om de vluchtelingen naar andere lokaties te brengen. Door gebrekkige communicatie komt het bijna tot een treffen tussen politie en de kampbewoners die de actie zien als weer een poging tot gedwongen verhuizing.

Stephen Kratz, vrijwiller en vanaf het begin betrokken bij de situatie, vindt het ,,schokkend om te zien. Niemand provoceerde, maar de politie begon zonder duidelijke orders op te rukken. Mensen vluchtten naar hogergelegen delen van het kamp en naar de kant van de zee. De leiders van de verschillende groepen nationaliteiten wilden als collectief praten met de vertegenwoordiger van de provincie. Ze wilden horen wat het plan was: waar de mensen naartoe gebracht zouden worden en wat dan de volgende stap was. De provincie wilde daarover echter niet praten. Dat zouden de vluchtelingen vanzelf wel zien.''

Sinds de vreemdelingenhaat vorige maand om zich heen greep en groepen Zuid-Afrikanen buitenlanders met geweld wegjoegen, zijn tienduizenden immigranten op de vlucht. Alleen in Kaapstad raakten 20.000 mensen ontheemd van wie bijna 3500 in het Soetwaterkamp belandden, zo'n dertig kilometer buiten de stad. In het kamp aan de zee hebben winterse elementen vrij spel: wind, regen en zon wisselen elkaar af. Tentdoeken van de tien tot vijftien grote tenten klapperen, mensen haasten zich door de regen, dekens om zich heen klemmend.

Bij een van de weinige elektriciteitspunten op het terrein staat een groep mannen. Telefoonopladers steken uit de contactpunten, met daartussen een enkel tweepitskooktoestel. Af en toe ontstaat er rumoer en blijken een paar mannen met elkaar op de vuist te gaan. Zo snel als het begint, zo snel is het ook weer over. De twee kemphanen werpen elkaar nog een paar venijnige blikken toe, maar dan is er alweer iets anders wat de aandacht opeist. Vrijwilligers met hulp van een aantal vluchtelingen vullen zandzakken om de regen buiten de tenten te houden. Binnen blijft het echter klam en vochtig. In het kamp verblijven vooral Somaliërs (2000), Zimbabwanen (400), Congolezen (400) en Ethiopiërs (300).

Baptistenpredikant John Thomas is vanaf het begin een van de drijvende krachten geweest achter het opzetten van het kamp. Hij zegt dat de overheid moet luisteren naar de gevluchte immigranten. ,,De regering hamert op re-integratie. De mensen moeten terug naar hun huizen, maar dat willen deze mensen niet. Ze zijn bang. Ze hebben horrorverhalen gehoord van mensen die wel hebben geprobeerd terug te gaan en ze zijn pessimistisch. De autoriteiten willen je niet horen. Het is alsof je tegen een muur staat te praten. Repatriëren is voor hen de enige oplossing. Het land uit.''

Sadaq, een Somalische zakenman met een smal, nadenkend en vooral jong gezicht, is somber. ,,In Somalië heerst anarchie, maar in Zuid-Afrika kunnen we ook niet langer leven. Dan kunnen we maar beter doodgaan in ons eigen land.''

Doodgaan in eigen land. Mary vraagt zich af of dat ook niet het beste is voor haar. De Zimbabwaanse vrouw van midden veertig, heeft afschuwelijke dagen achter de rug. Ze woont al vijf jaar in de township Kayelitsha, maar op een nacht drie weken geleden viel een groep mensen haar huis binnen, roofden haar televisie en andere eigendommen, verkrachtten haar en namen haar twee kinderen van 10 en 25 jaar mee. ,,Ik weet niet waar ze zijn'', zegt ze toonloos. Haar gezicht is strak, emotieloos. Haar ogen spreken van wanhoop.

Ds. John Thomas kent de verhalen. Volgens hem is integratie pas een optie nadat er eerst geluisterd is. ,,De angst van deze mensen voor de Xhosa's, de mensen die hen hebben aangevallen, is heel reëel. En dat moet je serieus nemen.''

Lees verder: http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=115764

Bij de foto: Bij een van de weinige elektriciteitspunten op het terrein staat een groep mannen... Fotograaf: Martial Dansou

No comments: