Vandaag een kantoordagje. Foto's organiseren, laatste spelling check van namen van plaatsen en mensen (leuk: veel is gewoon schrijven-zoals-je-het-zegt...), aantekeningen doornemen, nog een gesprekje met deze en gene en lunchen in een van de 'upperclass' hotels in Goma.
Morgenvroeg vlieg ik met een vlucht van een NGO (nee, geen Congoleze luchtfietserij meer voor mij...) via Beni terug naar Kampala. Het plan was dat ik daar met Ri-et het weekend zou doorbrengen, maar dat gaat helaas niet door. :-( Ik ga dus weer gezellig bij Nico en Inge op bezoek en maandagmorgen stap ik waarschijnlijk op een bus naar Soroti. Dat is dan de laatste 'uitzetter' voordat ik vrijdag terugkeer naar huis.
Tijd in de DRC was heel heel erg bijzonder. Het is een land vol 'reuzen' die menselijkerwijs gesproken niet verslagen kunnen worden. Maar ik geloof ook niet dat het van ons mensen afhangt en dus heb ik hoop. De Congoleze bevolking zelf heeft een zachtaardig karakter, ze zijn warm en hartelijk en oha vredelievend. Het land is alleen TE rijk, zoals een Nederlander vanmorgen opmerkte. Als alle rijkdom (grondstoffen, mineralen) eerlijk verdeeld zou worden onder de Congoleze bevolking, zouden ze rijker zijn dan de gemiddelde Amerikaan of Europeaan... Dat ze zich dus in een situatie bevinden van zoveel geweld, is grotendeels te wijten aan feit dat ze veel hebben en verschillende partijen en landen een stuk van die cake willen. Met name hen die zelf weinig of niets bezitten zoals Rwanda.
De gevolgen hiervan zijn dagelijks zichtbaar. Het mag dan officieel 'vrede' zijn in de DRC, nog dagelijks vormen zich nieuwe vluchtelingenkampementen. Sommigen daarvan in gebieden waar noodhulp niet of nauwelijks toegelaten wordt door de lokale rebellengroepen.
Gisteren bezocht ik een drietal vluchtelingenkampen. De eerste, Shasha - een pygmee-enkamp, bestaat nu bijna een jaar en voedselhulp heeft deze mensen nog niet kunnen bereiken. Het betekent dat de ruim 8000 mensen en kinderen (driekwart van het kamp bestaat uit kinderen tot 17 jaar!) echt niets hebben. Het stuk plastic wat ze kregen om hun hutjes van bamboe en bladeren in ieder geval waterdicht te kunnen maken, hebben ze verkocht om wat eten te kunnen kopen. World Vision heeft in deze kampen zogenoemde Child Friendly Spaces ingericht waar kinderen kunnen spelen en worden beziggehouden door een aantal WV-medewerkers samen met betaalde vrijwilligers uit de kampen zelf.
Ik heb heel erg veel bewondering voor de mensen hier. Veel van World Vision's medewerkers zijn Congolezen - mensen die ervoor kiezen een verschil te maken in hun eigen door oorlog en rampen verscheurde land, een land wat door mensen met macht wordt gebruikt en misbruikt voor hun eigen doeleinden.
Vanmorgen bedacht ik dat iedereen die nog gelooft in de grondbeginselen van het humanisme, hier een weekje rond zou moeten lopen.
(Foto: World Vision is als een van de weinigen werkzaam in het Shasha Kamp nabij Goma. Ze zorgen voor afleiding voor de kinderen dmv spel, sport, toneel, dansen, zingen, tekenen etc.)
Friday, March 7, 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment