In Afrika hebben ze een gezegde dat luidt dat als iemand je iets te eten aanbiedt, je dat maar beter kunt aannemen omdat je nooit weet wat het volgende moment zal gaan gebeuren. Gisteren was zo’n dag.
’s Morgens op bezoek bij een hiv/aids-project hier in Beni en daarna in een auto volgeladen met Congolezen op weg naar Lume. Een geweldige tocht (52 kilometer – 1,5 uur door het nationale park naar de voet van de Rwenzori, een van de hogere bergen in Afrika.
We gingen voor de opening van een school en werden warm onthaald. In de hectiek zag de organisatie mij aan voor de Regionale Directeur voor World Vision in oost DRC en ik liep dus al snel voorin de processie met een bos bloemen in de handen, allerlei hotemetoten groetend: van de Chief en het hoofd van de school tot aanvoerder van het leger en het hoofd van de politie.
Gelukkig
Een moeilijk moment passeerde toen de Regionale Directeur werd geacht te spreken, maar daar had ze al koortsachtig over na zitten denken en ze was dus voorbereid. Na haar sprak World Vision’s Child Protection Assistent Manager en iedereen leek gelukkig. Allicht dat iemand zich afgevraagd zal hebben waarom de Regionale Directeur geen Frans spreekt, of Swahili of Lingala, maar goed. ;-)
Na de overhandiging van de sleutels aan de Chief, het inspecteren van de klaslokalen, volgde er nog een ceremonie van het geven van cadeaus: pour la visiteur! Welnu, la visiteur, laat alles achter voor het World Vision team en de afwezige Regionale Directeur. Voor een paar uur had ik een koninginnedag-ervaring, met mezelf in de hoofdrol. :-) Het was leuk, maar ik ben toch blij dat ik vanaf vandaag weer in een rol als toeschouwer verder kan.
Van 'Gouden Koets' naar 'Ambulance...'
Aan het einde van de middag hadden we nog net wat tijd om bij mensen in de community op bezoek te gaan die worden geholpen door een project dat met Nederlands ontwikkelingsgeld wordt gefinancierd. Het richt zich op het ondersteunen van kwetsbare kinderen en mensen, met name hen die de effecten van hiv/aids ondervinden.
Tegen het vallen van de avond keerden we uiteindelijk terug naar Beni. Halverwege werden we echter gestopt en konden niet verder vanwege een ongeluk dat net daarvoor was gebeurd. Een motorrijder was al overleden, de twee bijrijders verkeerden in kritieke toestand. Als we hen met onze auto konden vervoeren nar het dichtstbijzijnde ziekenhuis, zouden ze het misschien redden. Terwijl wij wachtten op de auto om terug te komen, groeide het aantal mensen op de plek des onheils. Mensen uit het nabijgelegen dorp waarvan de drie jongens afkomstig waren, kwamen omte rouwen.
Overstuur
Het was inmiddels pikdonker geworden en toen de politie ten tonele verscheen met geweren in de aanslag, was het tijd voor ons om te verdwijnen. We kregen een lift met een andere auto tot de ‘Bureau du Chef’ van het gebied, of tewel de Chief: een gebouwtje met een open plek in het dichte bos aan de kant van de weg. Daar konden we wachten.
We zaten nog maar net toen een man, helemaal overstuur, ten tonele verscheen. Uit het donkere niets kwam hij naar ons toe, liet zich op de grond vallen, huilde en jammerde. Hij bleek de vader te zijn van een van de ernstig gewonde jongens. Hij had al een zoon verloren in de oorlog en dan nu dit? Uiteindelijk kwam een vrouw, ook uit het donkere niets, en leidde hem met kalmerende woorden weg.
Bladerdak
Wachtend in de dikke duisternis met boven me het bladerdak van de bush en daarboven nog weer een heldere sterrenhemel, luisterde ik naar de stemmen van de Congolezen om me heen die de tijd verdreven door te praten. Ondertussen passeerden groepjes mensen ons, zich haastend naar het getroffen dorp om te rouwen met hun broers en zussen.
Uiteindelijk arriveerde onze chauffeur en konden we terugkeren naar Beni. Het was inderdaad zo’n dag waarop je blij bent dat je hebt gegeten toen het kon...
Tuesday, March 4, 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment